vrijdag 20 maart 2015

Strategisch stemmen voor de Eerste Kamer

Ja, dit blog is eigenlijk dood. Maar het geeft me wel een goede plaats om even iets te publiceren, dus bij dezen.

Bij sommige verkiezingen bestaat het fenomeen 'strategisch stemmen'. Iemand stemt niet op de kandidaat of partij van zijn of haar eerste voorkeur, maar op een partij of kandidaat waarvan men denkt dat die stem meer van nut zal zijn. De verkiezingen voor de Eerste Kamer zijn hier bij uitstek gevoelig voor, omdat iedereen al van tevoren weet hoe zonder strategisch stemmen de uitslag zal zijn, en dus welke partijen veel en welke juist weinig aan een stem hebben. Bij de vorige verkiezingen zagen we dat de OSF zo zijn zetel behield met behulp van 50 Plus, en dat een SGP-Statenlid besloot dat een stem voor de CDA meer nut zou hebben voor de christelijke politiek. Wat zijn de mogelijkheden voor strategisch stemmen bij de komende Eerste Kamerverkiezingen in mei?

Als we er van uitgaan dat alle regionale en lokale partijen OSF stemmen, dat de CU/SGP combinatiekandidaten in Noord-Holland en Noord-Brabant CU stemmen, en dat niemand strategisch stemt, afwezig is of een fout maakt, worden er (als ik alles goed heb uitgerekend) 68 'vaste' zetels toegekend: VVD 12, CDA 11, D66 9, PVV 8, SP 8, PvdA 7, GL 4, CU 3, SGP 2, PvdD 2, 50+ 1 en OSF 1. Vervolgens komen daar 7 restzetels bij in de volgorde PVV - PvdA - SP - D66 - 50+ - VVD - CDA. Het zijn deze laatste restzetels die door strategisch stemmen bij een andere partij terecht zouden kunnen komen. Als we kijken naar de stemmen die partijen nog 'over' hebben, dan liggen die vooral bij PvdD, Christenunie en GroenLinks, die elk meer dan een halve zetel 'beschikbaar' hebben. Ook OSF, SGP en PVV hebben nog wat ruimte. De overige partijen lopen al snel het risico hun eigen restzetel weg te geven als ze meer dan 1 Statenlid in een kleine provincie anders laten stemmen.

Kijken we allereerst naar de ChristenUnie en SGP. Voor deze partijen zie ik 2 strategische opties, die ik offensief en defensief zal noemen. Offensief zou zijn een aantal stemmen van de SGP naar de ChristenUnie over te hevelen. Bij een ideale uitwisseling (577 punten totaal stemgewicht, ongeveer 1 Gelderse en 2 Zeeuwse Statenleden) zouden ze zo net de laatste restzetel in kunnen pikken. Dit werkt echter alleen als geen enkele andere partijcombinatie met strategisch stemmen een zetel afdwingt. Als er 2 zetels elders worden overgeheveld (wat niet waarschijnlijk lijkt), zou het zelfs een zetel kunnen kosten, omdat de tweede SGP-zetel hierdoor de eennalaatste restzetel wordt. Daarom lijkt mij de defensieve optie aantrekkelijker. Daarbij doneert de ChristenUnie wat stemmen aan het CDA, om zo te zorgen dat niet het CDA maar de VVD het slachtoffer wordt van dealtjes bij de overige partijen.

Bij die overige partijen zou GroenLinks kunnen proberen PvdA een extra zetel te bezorgen of er zelf een van de PvdA te krijgen, maar ook dat is een operatie 'op het randje'. Als CU de defensieve optie kiest, mislukt hij al, want de partijen hebben samen niet genoeg stemgewicht om de VVD-restzetel te pakken. Een logischere optie lijkt me daarom dat GroenLinks een paar statenleden 'leent' aan de Partij voor de Dieren, zodat die haar derde zetel kan innemen. Dat is een gemakkelijke operatie - er is meer dan genoeg ruimte om alle 7 zetels van de beide partijen te pakken zonder zelfs maar restzetels nodig te hebben.

En dan is er nog de OSF. De positie van de OSF als amalgaam van diverse, soms sterk uiteenlopende partijen betekent enerzijds dat OSF niet snel als zeteldonor dienst zal doen (hoe krijg je al die partijen mee), anderzijds dat ze als zetelontvanger zeer geschikt is (er zijn voor veel partijen kandidaten op de lijst te vinden waarvan men zou zeggen "als die het wordt, dan wil ik wel"). Een deal zoals 4 jaar geleden lijkt echter minder waarschijnlijk, omdat OSF nog veel stemmen nodig heeft voor een tweede zetel. PvdD kan OSF aan een tweede zetel helpen, voor GL en CU is dat moeilijker, die kunnen slechts de laatste restzetel doneren, en als de ander dus de bovengenoemde optie kiest, staat het OSF dan dus nog steeds met lege handen.

Daarmee komen we aan het eind van deze berekening, en concluderen we dat het strategisch stemgedrag voor de Eerste Kamerverkiezingen naar mijn mening langs de volgende lijnen zou moeten verlopen:
  • GroenLinks doneert stemmen aan de Partij voor de Dieren, die hierdoor een derde zetel krijgt
  • Als GroenLinks daar niet toe bereid is, onderhandelt de Partij voor de Dieren met OSF
  • ChristenUnie steunt CDA in de hoop de twaalfde CDA-zetel te behouden
Qua verschuivingen door strategisch stemmen betekent dit dat hetzij CDA hetzij VVD mogelijk een zetel moet afstaan aan PvdD.

donderdag 13 januari 2011

Het nut van politieke partijen

Wat is het nut van politieke partijen vroeg iemand me via Twitter voor een werkstuk van school. Ik zal hier geen heel verhaal over ophangen (het is jouw opdracht, niet de mijne), maar 140 tekens is hier toch echt te kort voor, vandaar dit blogpostje.

De eerste vraag die in me opkomt is: wat is het alternatief? Politieke partijen bestaan in Nederland nu zo'n 120 jaar (als oudste Nederlandse partij geldt de ARP in 1879). In die tijd bestond er in Nederland nog een districtenstelsel. Tegenwoordig hebben we evenredige vertegenwoordiging, en stem je dus op een lijst. Het toenmalige systeem, dat iemand zich simpelweg persoonlijk kandidaat stelt, is in ons huidige kiessysteem niet werkbaar.

Iets van partijen zul je dus wel moeten hebben, maar wat wel voor te stellen zou zijn, is dat er elke verkiezingen mensen bij elkaar komen om samen een lijst te vormen, zonder dat daarvoor een heel partij-apparaat nodig is dat ook tussen de verkiezingen door op volle toeren draait, of zelfs maar bestaat. Feitelijk is de huidige situatie van de PVV daar al mee vergelijkbaar - een echte partij is dat niet, ondanks de naam. Dat lijkt dus een beter uitgangspunt - waarom zou je een groot partijapparaat met leden, congressen en wat dies meer zij hebben, in plaats van kieslijsten die voor de verkiezingen samen te stellen, waarbij de partij niet meer is dan de lijst?

Ik denk dat het grote voordeel is dat op deze manier veel meer mensen bij het politieke bedrijf betrokken kunnen zijn. Politici hebben via hun partij veel meer contact met hun achterban, die daardoor hem of haar van advies en sturing kunnen dienen. Partijen zorgen er dus voor dat er meer ideeën op plaatsen komen waar de politiek ze oppikt. Ook vormen ze een aanspreekpunt voor buitenstaanders die met de politiek in contact willen komen, wat naar mijn mening beter werkt dan dat de politici dit alles zelf zouden moeten doen.

Een tweede punt is dat ze als een leerschool en selectie kunnen dienen voor nieuwe politici. Als er geen partijen waren, zou vaak een politicus alleen, of slechts met een klein groepje, kandidaten moeten uitzoeken. Omdat er zo weinig personen zijn om de selectie te doen, zal men ook slechts weinig personen kennen. En dat betekent dan dat of kansrijke kandidaten moeten worden afgewezen, of er kandidaten aangenomen moeten worden die uiteindelijk ongeschikt blijken te zijn. Een dergelijk risico is veel kleiner als er een groot partij-apparaat is om uit te putten, met mensen die zich vaak al jaren binnen de partij of in minder gewichtige politieke functies hebben laten zien.

Wellicht een derde punt is dat partijen voor de kiezer duidelijkheid geven door continuïteit. Splitsingen of samenvoegingen van partijen, succesvolle nieuwe partijen en personen die van partij veranderen - ze komen allemaal voor, maar ze zijn wel voldoende zeldzaam dat het voor een politiek geïnteresseerde kiezer duidelijk blijft wat er aan de hand is. Zonder partijstructuren die de duur van een regeringsperiode overtreffen, zou het denk ik veel vaker voorkomen dat personen van de ene op de andere verkiezingen lijstgenoten worden of juist uiteengaan. Dat zou wellicht de keuze groter maken, maar de duidelijkheid moet dan toch duidelijk inleveren.

maandag 20 december 2010

Halsema bijna tweede op gecorrigeerde lijst politicus van het jaar

Peil.nl publiceerde dit weekend samen met de wekelijkse opiniepeiling ook een meningspeiling betreffende de politicus van het jaar. Deze is te vinden op http://www.peil.nl/?3117. Rutte staat hier duidelijk bovenaan met 32%, voor Wilders met 17%, Roemer met 12% en Halsema met eveneens 12%.

Een duidelijk probleem met een dergelijk onderzoek is dat aanhangers van een partij altijd hun eigen politiek leider met een roze bril bezien. Zo gebeurde dat ook hier: Aanhangers van VVD, PVV, SP en GroenLinks zetten allemaal hun eigen leider bovenaan, bij de andere partijen was dat niet zo, maar ook Verhagen, Pechtold en Cohen scoorden beduidend hoger bij hun eigen aanhang. Om dit effect uit te sluiten, heb ik getracht uit de data van peil.nl het percentage stemmers van andere politieke partijen vast te stellen.

De methode leg ik uit aan de hand van het percentage van Rutte: Rutte scoort in het peil.nl onderzoek 32%. Bij de VVD had hij echter 75%. 20.7% van de kiezers is VVD-stemmer (ik heb gebruik gemaakt van de zetelaantallen in plaats van de echte percentages). 75% daarvan betekent dat 15.5% van de ondervraagden VVD-stemmers waren die Rutte de politicus van het jaar 2010 vonden. Er blijft dus zo'n 16.5% van de ondervraagden over die niet op de VVD gestemd hebben, maar Rutte wel de politicus van het jaar vonden. Van de 79.3% niet-VVD-stemmers is dat 20.8%. En die 20.8% is dus het percentage dat Rutte bij mijn gewijzigde lijst krijgt. Op die manier wordt de lijst (tussen haakjes plaats en percentage op de oorspronkelijke lijst:

1. (1) Rutte 20.8% (32%)
2. (2) Wilders 7.1% (17%)
3. (4) Halsema 7.1% (12%)
4. (3) Roemer 6.4% (12%)
5. (5) Verhagen 2.7% (5%)
6. (7) Klink 2.4% (3%)
7. (6) Pechtold 2.0% (4%)
8. (9) Bleeker 1.0% (2%)

Op 8 in de peil.nl-lijst stond Cohen met 3%; op mijn lijst komt hij niet verder dan 0.2%, maar dat lijkt een ongunstig afrondverschil te zijn, en in werkelijkheid zou hij op zo'n 0,5% moeten uitkomen.

Heel nauwkeurig is dit natuurlijk niet, maar de algemene lijn is toch wel duidelijk:
  • Alle politici scoren bij de eigen aanhang beter dan bij andere partijen; Het verschil is (relatief) het kleinste bij Ab Klink, die bij CDA'ers zo'n 2.5 keer zo hoog scoort (6%) als bij de rest (2.4%) en het grootste bij Cohen (14% bij PvdA'ers en 0,5% bij de rest)
  • Premier Rutte is ook in mijn versie nog steeds winnaar; het gat met de 'achtervolgers' is zelfs nog een stuk groter geworden.
  • Femke Halsema scoort relatief beter dan in de oorspronkelijke lijst - daar vierde net achter Roemer, bij mij derde net achter Wilders. Ten opzichte van Roemer is het verschil duidelijk: vooral onder D66-aanhang scoort Halsema beter, en ook doet Halsema het beter bij SP'ers dan Roemer bij GroenLinksers. Ten opzichte van Wilders scoort Halsema beter bij kiezers van de andere linkse partijen dan Wilders bij de andere rechtse partijen, maar Wilders blijft uiteindelijk nipt voor omdat hij meer stemmen van 'links' krijgt dan Halsema van 'rechts'.
  • En tsja, Job Cohen...

donderdag 12 augustus 2010

Een diagram verklaard


Wel, elke dag een overzicht maken heb ik niet lang volgehouden. Daarom dit nu maar ombouwen tot een iets meer standaard politiek blog.

Tom Louwerse wees me vandaag via Twitter op de pagina hier. Hier werden de gemeenten ingedeeld naar stemgedrag (tijdens de Europese verkiezingen van vorig jaar). Dit leverde ook een verdeling op van de partijen, maar een die niet echt overeenkwam met de traditionele links-rechts en progressief-conservatiefverhoudingen. De uitkomst staat hiernaast.

Enige tijd heb ik me afgevraagd wat deze assen nu eigenlijk voorstellen. In het artikel werd gesteld dat horizontaal de mate van religieusiteit staat, verticaal de elitistisch-populistische as. Dat is een mogelijkheid, maar ik denk dat er een betere verklaring gevonden wordt als we ons realiseren dat mensen die op 1 plaats in dit diagram staan, niet mensen zijn die politiek gelijke ideeën hebben, maar mensen die op dezelfde plaats wonen. Dan wordt de horizontale as plotseling heel duidelijk: het is de as van de urbanisatiegraad. Links staat het platteland, rechts de grote steden, in het midden de forensengemeenten en de provinciestadjes. De verticale as blijkt nu een religieuze as te worden: Onderaan staan de protestanten, bovenaan de gemeenten waar de katholieken de meerderheid uitmaken.

dinsdag 3 augustus 2010

3 augustus: Informateur door fractieleiders buitenspel gezet?

Het eindverslag van informateur was boeiend. Boeiend vooral omdat eruit bleek hoe weinig de informateur de touwtjes in handen had. Eigenlijk is de informatie simpelweg overgenomen door de fractieleiders (Rutte, Verhagen en Wilders). Dat Lubbers niet veel heeft gedaan, dat was wel duidelijk, maar nu blijkt dat zelfs het weinige dat hij heeft gedaan soms eenvoudigweg werd weggewuifd. Dit gebeurde op twee punten. Ten eerste de uitkomst van de informele besprekingen. Lubbers had een duidelijk, punt-voor-punt lijstje gewild van de probleempunten, met daarbij de aantekening of het PVV-standpunt staatsrechtelijk acceptabel was, en zo ja, of men er uit leek te komen of dat het een vrije kwestie zou moeten worden. In plaats daarvan kwamen de drie heren enkel met een verklaring dat men kansen zag voor de formatie, en dat men elkaars gezichtspunten zou accepteren.

Het tweede punt was de voortgang van de formatie: Lubbers was kennelijk al bezig een brief aan de koningin op te stellen, waarin hij vroeg zijn taak uit te breiden met het verder begeleiden van het formatieproces tot een CDA-VVD regering met gedoogsteun van de PVV, toen de fractieleiders hem vertelden dat zij Opstelten als formateur wensten. Laten we het er maar op houden dat je niet met de formatie bemoeien óók een manier is om een regering te helpen vormen. Lubbers pareerde de bezwaren dat hij geacht werd een meerderheidskabinet te vormen met de opmerking dat dit dank zij de steun van de PVV geen minderheidskabinet was, maar een "bijzonder meerderheidskabinet". Iemand die het hier kennelijk mee eens is (hoewel natuurlijk vanuit een heel ander gezichtspunt) is ChristenUnie-fractievoorzitter Rouvoet: Hij stelde dat in de voorgestelde constellatie de PVV eigenlijk een regeringspartij zonder ministers is.

De kritiek op Cohen is nog niet gaan liggen. Verhagen noemde zijn opstelling ten opzichte van een middenkabinet 'volstrekt onbetrouwbaar' - parallellen met de 'U draait en bent niet eerlijk'-opmerking van Balkenende tegen Bos zijn dan snel getrokken. Het is inderdaad moeilijk Cohens redenering nog te volgen. Hij zegt nu dat de enige reden dat hij geen ja tegen een middenkabinet heeft gezegd, is dat hij nooit gevraagd is. Ik heb er geen zin in, maar als iemand mij vraagt zeg ik ja. En dan verbaasd zijn dat er niemand iets vraagt nadat je "Ik heb er geen zin in" hebt gezed. Tja. De PvdA-fractie stelde zich na een lange vergadering achter Cohen en zijn strategie. Maar dat daar überhaupt een fractievergadering voor nodig is, zegt natuurlijk al genoeg: dat is niet nodig als alles goed gaat.

En al is de Kamer met reces, politiek nieuws blijft er komen. Afgezien van de formatie kunnen we nog noemen:
  • Op initiatief van Dion Graus verbinden een aantal Limburgse Kamerleden, van PVV, CDA en VVD, zich tot een clubje, de Limburgse Kamer
  • D66-europarlementariër Sophie in 't Veld spreekt haar bezorgdheid uit over het gevolg van Europese sociale regels voor Nederlanders die over de grens in België of Duitsland wonen: Ze betalen de Nederlandse sociale premies, maar bij werkloosheid dreigen ze nu te vallen onder de (soberder) Belgische of Duitse werkloosheidsuitkering
  • Diverse Belgische politici spreken hun bezorgdheid uit over de voorwaarden van de FIFA voor de komst van het WK 2018 naar Nederland en België, en wensen een debat over het bidbook
  • Als reactie op de dreigende deelname van de PVV in het kabinet, wordt een 'Comité voor de Rechtsstaat' gevormd

maandag 2 augustus 2010

2 augustus: Zwakke formatie Cohen

De linkse partijen begrijpen zo langzamerhand wel dat VVD-CDA met gedoogsteun van de PVV een reële kans van slagen heeft, en dat bevalt ze allerminst. In de besprekingen met Lubbers gingen allerlei alternatieve varianten over tafel, en werd geklaagd over het feit dat dit een minderheidskabinet wordt, maar het echte probleem is natuurlijk de PVV. Dat Cohen, na geruime tijd de boot te hebben afgehouden, nu plotseling enthousiast is over een middenkabinet, mag geen verbazing wekken. Wel dat hij nu ontkent ooit een middenkabinet geblokkeerd te hebben. Hij was toch echt de persoon die dat niet zag zitten.

De PvdA-voorman zit nu in zwaar weer. Waar hij de campagne was binnengehaald om de PVV tegen te houden, lijkt hij nu de man te zijn die CDA en VVD juist in de armen van die partij dreef. Kennelijk is na de verkiezing nu ook de formatie een strategisch spel geworden, een spel waarin, zoals het er nu uitziet, de PvdA en vooral Cohen erg zwak gespeeld heeft. Vanavond was er nog ander nieuws over Job: Zijn geplande bezoek aan Nova ging 'wegens omstandigheden' niet door. Welke omstandigheden dat zijn, werd niet gemeld, wat tot half-serieuze suggesties leidde dat Cohen bezig was door zijn partij gewipt te worden.

Een stuk beter lijkt SP-leider Roemer het te doen. Vandaag stelde hij voor dat Cohen, Halsema en hij rond de tafel gingen zitten om samen een ontwerpakkoord te maken, en daarmee de CDA-achterban te paaien. En hoewel het niet veel anders is als wat hij al sinds de verkiezingen voorstelt (de SP kan eigenlijk in maar één coalitie regeren, dus veel keuze heeft hij ook niet), kwam het toch prettig verfrissend over. Cohen reageerde positief, maar wilde dan wel Pechtold er ook bij hebben. Deze heeft daar echter absoluut geen zin in, en ook Femke Halsema reageerde enigzins afhoudend. Dat het plan van Roemer zou slagen, als het werd uitgevoerd, lijkt me erg onwaarschijnlijk, maar niet geschoten is altijd mis. Daarnaast zie ik het als een mogelijk begin van een linkse tegenregering, mocht het gedoogkabinet toch doorgaan - wat momenteel redelijk waarschijnlijk lijkt.

In de Eerste Kamer ontstaan spanningen tussen ChristenUnie en SGP. De anti-PVV en anti-gedoogsteunopmerkingen van CU-fractieleider Stuurman zijn bij het SGP in het verkeerde keelgat geschoten. De partijen vormen in de Eerste Kamer een gezamenlijke fractie, en de SGP overweegt wel degelijk het geven van gedoogsteun. Vice-fractievoorzitter in de Tweede Kamer Elbert Dijkgraaf sprak vandaag met informateur Lubbers, en stelt dat een eventuele gedoogsteun van de SGP niet voor niets zal komen. Het kabinet zal dan wel een geschikt beleid moeten voeren op de voor SGP belangrijke ethische onderwerpen, maar ook de 'stijl' van het kabinet was voor hem van belang.

Morgen spreekt Lubbers met Rutte, Verhagen en Wilders gezamenlijk, en zal daarna vermoedelijk verslag uitbrengen aan de koningin, waarna de formele fase van de informatie tussen deze partijen (volgt u het nog?) ingezet kan worden. CDA, VVD en PVV hebben alvast laten weten dat ze het debat aanstaande woensdag met de informateur niet zullen tegenhouden, maar daar zelf niet zullen spreken - zelfs niet om te antwoorden op vragen. Toch wel een democratisch twijfelachtige houding, als je het mij vraagt...

zondag 1 augustus 2010

1 augustus: Een rustige dag

Zoals wel vaker het geval is op zondag, is er vandaag politiek gezien niet veel gebeurd. Wel is de datum, 1 augustus, van belang. Vandaag is de Wellingtonverklaring, die het gebruik van clusterbommen verbiedt, ingegaan. Voor Nederland geldt dit overigens nog niet, omdat de Eerste Kamer het verdrag nog niet geratificeerd heeft. Ook is 1 augustus 2010 de datum waarop Nederland definitief uit Uruzgan vertrokken is. De hele provincie is nu militair overgenomen door de Amerikanen en Australiërs.

Maurice de Hond kwam weer met zijn wekelijkse opiniepeiling. De PVV verliest 2 zetels ten opzichte van vorige week, ten gunste van CDA en VVD, maar de partij staat nog steeds op 32 zetels, 8 zetels winst ten opzichte van de verkiezingen van 2 maanden geleden, en is in de peiling nog steeds de grootste. Een meerderheid (53%) van de Nederlanders is volgens het onderzoek een voorstander van een rechts kabinet in enige vorm (VVD-PVV-CDA, VVD-CDA met gedoogsteun PVV of VVD-PVV met gedoogsteun CDA).

Trouw publiceerde een overzicht van CDA-prominenten die zich tegen samenwerking met PVV hebben gekeerd. De felste onder hen, Doekle Terpstra, kwam ook weer naar voren. Niet verrassend is dat hij voor de oranjecoalitie VVD-PvdA-CDA pleit. Bij de CDA-stemmers is volgens De Hond het verzet lang niet zo groot, 34% van hen verkiest een coalitie met daarin de PVV, 39% een minderheidskabinet VVD-CDA en slechts 12% een middenkabinet. Trouw spreekt van een mogelijke generatiekloof tussen de prominenten enerzijds, en de huidige politieke leiding en de kiezers anderzijds.

Morgen spreekt informateur Lubbers met de 7 fractieleiders van de 'overige partijen' (behalve VVD, CDA en PVV). Daarna krijgen we ongetwijfeld te horen dat VVD, CDA en PVV doorgaan met besprekingen voor een VVD-CDA-regering met gedoogsteun van de PVV. En ongetwijfeld met Lubbers als informateur erbij, want zo heel veel heeft hij als informateur nog niet hoeven doen.